dinsdag 28 mei 2013

Verhalenmail | Susan Smit

Wat wil je hebben?


Een jongeman stapte een oud winkeltje binnen. Op een plank lagen allerlei korreltjes.
Tot zijn verbazing zag hij achter de toonbank een engel staan.
“Wat verkoop jij hier eigenlijk?” vroeg hij.
De engel lachte. “Ik ben een engel, dus ik verkoop alles wat je wilt. Zeg het maar.”
De jongeman staarde de engel aan en zei toen snel: “Ik wil een goede baan, veel geld, een mooi huis, ik wil begrepen worden, piano kunnen spelen en ook…”
“Ho, wacht eens even!” onderbrak de engel hem terwijl hij naar de plank wees. “Niet snel…Ik verkoop geen vruchten, ik verkoop alleen zaden!”

Wie gelooft er in engelen? Ik wel. Ook al heb ik ze nog nooit gezien, toch heb ik ze wel gevoeld en kan ik niet anders dan hun bestaan erkennen. Ik zou niet weten hoe ze eruit zouden moeten zien. Omdat ze uit energie bestaan, neem ik aan dat ze eruit kunnen zien zoals ze maar willen, op een manier dat de mens hen het snelst accepteert en herkent. En omdat we al zolang engelen met vleugels schilderen, beeldhouwen en bezingen, hebben ze dus meestal vleugels. Ook wel zo logisch eigenlijk als je een wezen bent dat tussen hemel en aarde koeriert.

Toen ik mijn boek ‘Wijze vrouwen’ schreef was ik niet van plan een hoofdstuk over engelen te schrijven, maar werkelijk elke geïnterviewde vrouw begon ongevraagd over haar ervaringen met engelen. Ofwel engelen zijn erg aardig voor wijze vrouwen, of ze zijn gewoon heel hard aan het werk bij iedereen, dacht ik toen.

De jongeman in het verhaal maakt de populaire vergissing dat je met de hulp van engelen op de bank kunt gaan zitten. Zij regelen het toch wel. Mis. Engelen bieden troost, begeleiding en kansen, maar zij kunnen en mogen jouw leven niet voor je leven. Het is de bedoeling dat je zelf keuzes maakt en actie onderneemt. De deuren die ze openen betekenen niets als jij niet de drempel overstapt.

Engelen kunnen je het beste helpen als je ze dat vraagt – dan komen ze in volle vaart in actie. En hun hulp is het meest vruchtbaar als je hun helpende hand herkent. Tjonge, wat zitten er een hoop engelen werkeloos te breien, een beetje humeurig van al dat wachten. Wat zouden ze graag hun vleugels van de waslijn afhalen en ombinden en je te hulp schieten – en plezier met je te maken, want het is ook weleens leuk als je erbij geroepen wordt als er wat te lachen valt.

Ik sta met mijn engelen op goede voet, durf ik wel te zeggen. Elke avond als ik mijn dochtertje naar bed breng vraag ik of ze bij haar willen blijven, maar dan zijn ze er allang. Soms nodig ik ze uit als ik een beslissing moet nemen of iets spannends moet doen. Bij groot verdriet, en dat zijn de meest bijzondere momenten, voel ik soms spontaan hun vleugels om me heen in een warme omarming.



Afkomstig van zinnigeverhalen.nl